Frank in stukjes

verhalen uit het theater

 


Halffabrikaat

Een toneeltekst is een halffabricaat.

Daar moet je het mee doen als toneelschrijver, dat zijn de regels van het spel.

 

Maar er zijn in deze tak van sport slechte verliezers.

Neem de erven van Samuel Beckett. Van hen mag je niets, maar dan ook niets veranderen aan de tekst en regieaanwijzingen van Becketts stukken. Het lukt sowieso maar amper om toestemming te krijgen een stuk van Beckett uit te voeren.

Ik vind dat onbegrijpelijk.

Een toneeltekst wordt pas een toneelstuk als hij wordt uitgevoerd.

 

De uitdaging voor iedere toneelschrijver – Beckett of geen Beckett – is om een tekst te componeren die eenduidig en consistent is. Waar de regisseur niet aan kán sleutelen. Dat is het spel.

 

Jaren geleden zag ik in een buurthuis een uitvoering van Post (2006), verhoogd toneel, met een souffleur - script in de handen - op de eerste rij. Dat bleek overigens nodig. Maar hoe dan ook, deze club had niet alleen liefdevol MIJN Post ten beste gegeven, ik was vooral heel content met het feit dat mijn stuk, op papier, maar voor één uitleg vatbaar bleek. Inclusief het verplichte amateurtoneeldansje!

Hoe anders was dat bij een uitvoering van De Finale (2004) waar de regisseur de twee vrouwen precies verkeerd gecast had. Ik zou een slechte verliezer zijn als ik dat de betreffende regisseur zou verwijten. Had ik het maar duidelijker moeten opschrijven.

Eens regisseerde ik Boven het Dal van Moniek Kramer. Bij één van de voorstellingen zat Kramer in de zaal.

 

In Boven het Dal bevindt zich een groot aantal personages in een kliniek, ergens boven op een berg. Ik heb mijn regie van het stuk opgevat als een soort “huis clos” (“De hel dat zijn de anderen.”), een plek die afgesloten is, waar je niet uitkomt.

Het stuk vindt zijn apotheose in een bonte avond. Als ’meisje’ en ‘jongeman’ elkaar vinden in de liefde mogen ze van Kramer ontsnappen uit deze ‘hel’. Ze rennen hun happy end tegemoet. Ik besloot de deur dicht te gooien. Kramer was not amused.

 

‘Had ze het maar beter op moeten schrijven’ is hier niet van toepassing. Ik had haar tekst niet anders geïnterpreteerd, ik had haar einde veranderd. Ik snap dat de schrijver even moet slikken als een eigenwijze regisseur pardoes zijn of haar einde verandert. Maar is dat spel, dat spanningsveld, nou juist niet wat theater zo leuk maakt?

 

Moniek en ik hebben er nog maar eentje op genomen.