Frank in stukjes

verhalen uit het theater

 


Wat de leescommissie niet leest

 

Als maker ben ik een kleine dictator in het diepst van mijn gedachten. Liefst beslis ik alles zelf: cast, vormgeving en bovenal: stukkeuze. Kunst maken en basisdemocratie staan nu eenmaal op gespannen voet.

 

Hoe kiest een amateurtheatervereniging de stukken die zij speelt? Het komt voor dat het gezelschap een artistiek leider heeft die een koers uitzet voor de vereniging: regisseurs benaderen, stukken zoeken. Het komt ook voor dat een gezelschap een leescommissie heeft die beslist over de te spelen stukken.

 

Het NHT, een oude Amsterdamse toneelvereniging, vroeg mij in 1999 of ik “iets van Pinter” met ze wilde doen. (zie ook: Beelddenken). Dat het “iets van Pinter” moest zijn was besloten door de leescommissie.

Mocht de samenwerking bevallen dan zou ik in mijn tweede regie bij deze vereniging de vrije hand krijgen, zo werd mij beloofd. Dat was een lekker worteltje dat me werd voorgehouden. Ik vond alle beroemde stukken van Pinter (van the Birthday Party tot en met Betrayal) veel te hoog gegrepen voor mijn net begonnen regie-carrière. Pinters stukken zijn toch al ingewikkeld – het is bijna onmogelijk om van Pinters regieaanwijzingen (pauze…stilte) af te wijken. Terwijl ik juist naar een artistieke invalshoek zocht om de voorstelling naar mijn hand te zetten. Gelukkig stuitte ik op een uitgave met vier gebundelde eenakters van Pinter. Daar zag ik potentie in: ik bombardeerde één van de vier eenakters – een soort Alaska – tot de hoofdschotel van de voorstelling en stelde de andere drie eenakters in dienst van de (dromende) vrouw uit deze eenakter die op het toneel in bed lag om na bijna dertig jaar te ontwaken. De andere eenakters werden zo haar dromen.

 

 Het gezelschap was tevreden met mijn Pinterregie en ik mocht zelf een stuk kiezen voor het volgende jaar. Ik koos De jaren twintig, een stuk van Don Duyns. Handig, want het stuk biedt veel vrijheid om te casten (er wordt niet altijd aangegeven wie iets zegt of met hoeveel acteurs een tekst gesproken moet worden). Omdat de tekst kort is en ik nog andere teksten van Duyns wilde toevoegen, sprak ik met hem af. Ik legde Duyns uit dat ik een beautyfarm voor me zag, met personeel en gasten en dat ik vanuit die situatie de teksten wilde plaatsen. Don was meteen enthousiast en stelde voor een nieuwe titel te verzinnen. Het werd Wij ben bang.

 

 

Grote klassiekers, van Vondels Gysbreght van Aemstel tot De Drie Zusters van Tsjechov, hebben op voorhand een reputatie en een rijke uitvoeringsgeschiedenis. Daarom voel ik me vrijer met onbekende stukken. Ooit vond ik een beduimeld, dun boekje in mijn boekenkast. Het was een libretto voor een kameropera: Merg (1986), op rijm geschreven door Judith Herzberg. Ik verbeeldde het ijlen van het doodzieke hoofdpersonage door de overige personages in muzikale koortsdromen te laten verschijnen aan zijn ziekbed.

 

Producties als Wij ben bang (2001) of Merg (2002) zullen niet gerealiseerd worden als de leescommissie van een toneelvereniging mag kiezen. De leescommissie werkt nou eenmaal op basis van democratie: er wordt gezocht naar draagvlak, consensus, een meerderheid, niet naar eigenwijze keuzes. Onbekende of niet bestaande stukken komen uit de koker van de maker, simpelweg omdat hij of zij er iets in ‘leest’ wat nergens staat geschreven.

 

Ik stelde twee leescommissies voor om mijn – toen – laatste theatertekst te lezen: De Kersenboom. Het stuk speelt zich af in een verzorgingstehuis. Het is bedoeld als een ode aan het werk van Tsjechov, waarin het thema ‘verveling’ centraal staat. Maar de leescommissie kon zich niet voorstellen dat ze ouwe knarren moesten spelen.

Zonde, want ik zag juist voor me hoe jonge mensen de bewoners zouden spelen, terwijl de jonge zuster door een ouder lid van de vereniging gespeeld werd. Dom, ook, van mij: ik had mijn stuk met meer vuur moeten toelichten of het zelf moeten regisseren.

 

Nee, stukkeuze is toch echt werk voor een artistiek leider of regisseur. Een dictator die de kunst verstaat te lezen wat er niet staat.