Frank in stukjes
verhalen uit het theater
Wat is een goeie titel?
Die vraag is niet zo eenvoudig te beantwoorden. Zijn hier handboeken voor? Vast wel, waar zijn geen handboeken (of YouTube tutorials) voor.
Toch lijkt Mooi Weer Vandaag meer tot de verbeelding te spreken dan Leben Gundlings Friedrich Leben Gundlings Friedrich von Preußen Lessings Schlaf Traum Schrei. Ein Greuelmärchen (1976) van Heiner Müller. Welke titel lokt je het huis uit?
Een vriendin van mij wilde met haar vriend gezellig op vrijdagavond naar de film. Ze kozen voor Die Bleierne Zeit (Margarethe von Trotta, 1981) omdat ze dachten dat dat “de blije tijd” betekende. Ze wisten niet dat Blei ‘lood’ betekent in het Duits.
Soms schiet hij je opeens te binnen. Een combinatie van gut feeling en een poging om in een paar woorden weer te geven waar het over gaat. Een goeie titel van een toneelstuk is een titel waar mensen naartoe willen gaan. Zijn Post, Straf, Deirdre, Alibi, Libido. Dag, Shelter, Marktplaats, Verdwaald goeie titels? In elk geval zijn ze allemaal kort en bondig. Als een rechtse directe.
De ‘kijkcijferman’ van Nederland - ik weet zijn naam niet – onderzoekt en analyseert constant kijkgedrag. Hij vertelde eens op tv dat het shot van een auto die wegrijdt van de camera de kijker eerder verleidt weg te zappen dan een shot waarbij de auto op de camera afkomt. Statistisch bewezen. In het verlengde van deze psychologie klamp ik mij vast aan de redenering dat de titel van een boek, film of toneelstuk van invloed is op de bereidheid van de achterban om überhaupt een stoel te reserveren.
Je wilt de potentiële bezoeker nieuwsgierig maken, je probeert een vraag op te roepen.
Ik denk bovendien dat het goed is om een titel een positieve lading te geven.
Toegegeven, Straf voldoet hier niet aan. Maar hopelijk maakt die titel wel nieuwsgierig.
Er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen op de regel: Carnage (God van de Slachting) van Yasmina Reza of Blasted van Sarah Kane zijn geen dijenkletsers, maar wel succesvolle en gewaardeerde stukken.
Soms duurt het even voor je de juiste titel hebt gevonden. Deirdre heette in de conceptiefase Quatsch, Post heette eerst West-Friese Klei. Heel lang was de werktitel van Over de Brug Drang. Ik heb daar uiteindelijk toch van af gezien omdat ik Drang te negatief vond klinken, te drammerig. Bovendien bleek er al een stuk te bestaan dat Drang heet (Tjeerd Bisschoff, 2007).
De werktitel van mijn nieuwste stuk was lange tijd De Uitslag. De Uitslag voldeed aan de regel dat een titel de inhoud moet weerspiegelen in één of twee woorden. Rem Grint, de held van het verhaal, bezoekt Oblomov, een kliniek voor chronische vermoeidheid. Hij krijgt daar de uitslag te horen of hij opgenomen moet worden of niet. Maar, kom jij naar De Uitslag?
De Uitslag roept geen vraag op, ik miste iets dat nieuwsgierig maakt.
De voornaam van mijn hoofdpersonage is geleend van ‘Brexit-deskundige’ Rem Korteweg (werkzaam bij Instituut Clingendael). Wat een voornaam dacht ik toen ik hem op nieuwsuur zag. En Grint floepte er vanzelf uit, waarschijnlijk vanwege mijn voorliefde voor (namen in) stukken van Alex van Warmerdam.
Moest de titel kortweg Rem Grint worden of toch nog iets erbij? Ik moest denken aan ‘de wederwaardigheden van’. Mooi maar (te) archaïsch. Dan ‘de wording van’, ja dat sprak me aan: De wording van Rem Grint.
Een lange titel voor mijn doen. De wording van Rem Grint mag dan wel een uitzondering vormen op mijn zelfbedachte regel de titel kort te houden, ik weet zeker dat de voorstelling aankomt
als een rechtse directe.